Na de sleuteloverdracht gingen we natuurlijk direct naar ons nieuwe huis. In één van de inbouwkasten die tijdens de bezichtigingen nog vol stond met spullen ontdekten we de afvoer van de badkamer. Grijs, vezelig materiaal, dus sterk verdacht voor asbest.
Voor het tekenen van het koopcontract hebben we op het kantoor van de makelaar het oorspronkelijke bouwbestek uitgeplozen. Hierin stond vermeld dat tijdens de bouw asbestcement gebruikt is voor de rioleringen. Tijdens de bezichtiging vertelde de makelaar dat het asbest tijdens de verbouwing van de badkamer in de jaren 90 gesaneerd zou zijn. Op dat moment zagen we ook nergens zichtbare asbest. We hadden dus goede hoop dat de hoeveelheid asbest mee zou vallen.
Omdat de woning is gebouwd in 1953 wisten we dat er een risico bestond op de aanwezigheid van asbest. Tot 1994 werd asbest namelijk veelvuldig gebruikt in de bouw omdat het een brandwerend en goed isolerend materiaal is. Omdat het slopen van asbesthoudend materiaal gevaarlijk is voor de gezondheid was het een voorwaarde dat er voor start van de verbouwing een asbestinventarisatie gedaan zou worden. Hiervoor hebben we een gespecialiseerd bedrijf langs laten komen dat destructief onderzoek heeft gedaan. Op meerdere plekken werden de vloer, plafond en muren open gebroken op zoek naar eventueel verborgen asbest.
Bij asbest wordt onderscheid gemaakt in hechtgebonden en niet-hechtgebonden asbest. In ons geval ging het om hechtgebonden asbest. Dit hoeft wettelijk niet gesaneerd te worden. Laten zitten was echter vanwege de grote verbouwing, en de invloed die asbest heeft op de woningwaarde, geen optie.
Reacties
Een reactie posten